Het is maar al te begrijpelijk als je een nieuwe elektronische kookplaat of nieuw fornuis hebt gekocht: je wilt het ding tot het maximale gebruiken. Vooral ook omdat je ook net die nieuwe koekenpan gekocht hebt sta je te popelen om die biefstuk of aardappels stevig aan te bakken. Je zet je pan op de pit, zet de pit vol aan, wacht even, doet de boter in de pan. En daar heb je het al: je boter is donkerbruin voor je er erg in hebt. Het vlees dat je in de pan hebt gedaan verandert in recordtijd in een knoertharde ijshockeypuck. Omdat vlees, pan en fornuis duur zat waren blijf je stug zitten eten, want het moet lekker zijn.

Zorg er voor dat de vlam onder je pan blijft!
Pittig veel kracht
Maak je niet ongerust, je bent geen slachtoffer van een miskoop. Je hebt simpelweg de kracht van je nieuwe kooktoestel onderschat. Een van de meest voorkomende zaken waar mensen mee terug komen naar de winkel zijn pannen die te hoog verhit zijn geweest. Inductiekookplaten hebben een enorm hoog rendement omdat ze direct op de pan werken. Ook de technologie achter gasfornuizen verbetert steeds verder. Dat levert een steeds hoger rendement op. Wanneer je voedsel in water kookt kan het niet veel heter worden dan 100 °C. Zolang de vlam onder de bodem van de pan blijft kan er met het koken niet zoveel mis gaan.
Met name wanneer je gaat bakken en braden kan een krachtige pit erg frustrerend zijn. De inhoud van de pan kan namelijk gemakkelijk heter worden, boven circa 160 °C verbrandt je boter, boven de 200-220 °C moet ook je olie er aan geloven. Op die temperatuur verbrandt de buitenkant volledig voordat het product door en door gaar heeft kunnen worden.
Daar kom bij dat, als je pan een antikleeflaag heeft, de pan ook kwetsbaar is op hoge temperaturen. De beschermende laag is bestand tegen temperaturen van ongeveer 240 °C, maar bij fanatiek gebruik van je kookpit is deze temperatuur zo bereikt!
Gebruik je fornuis optimaal
Om echt zeker te weten dat je het optimale uit je pan én je fornuis haalt heb ik een paar stelregels voor je. Bij het gebruik van een kookpan kan je de pit redelijk hoog zetten (bij een gaspit de vlam precies onder de pan), tot het water kookt. Als het kookt, zet dan je pit lager zodat het water net aan de kook blijft. Als je iets gaat bakken, zet de pit dan zachtjes aan (richtlijn: maximaal 1/3 van het vermogen). Laat de pan rustig warm worden en verhoog de warmtetoevoer tot maximaal 2/3 van het totale vermogen.
Als de pan heet is doe je het bakvet erin. Op dat moment is het vet vrijwel direct op temperatuur en is de pan klaar voor gebruik. Mocht je product een iets langere garingstijd hebben, verminder het vermogen dan na het eerste aanbraden, zodat de warmte zich rustig door je hele product kan verdelen.
Je zult merken dat vanaf het eerste gebruik deze manier van koken efficiënter werkt dan om je fornuis op volle kracht te gebruiken. Dit zorgt ervoor dat je pannen veel langer mee kunnen gaan en minder met frustratie in de keuken zult staan. Doe voor nog veel meer gebruikstips eens mee met een van de workshops in onze kookschool!
Leave a reply